Diafragma, sluitertijd, isowaarden (licht gevoeligheid) en afstand tot de lichtbron staan in nauw verband met elkaar.
Als je de sluitertijd halveert van 1/120 naar 1/60 sec valt er 2 x zo veel licht op de sensor.
Verander je de afstand van een lichtbron (flitser) van 4m afstand van het onderwerp naar 2 m van het onderwerp dan valt er ook 2 x zoveel licht op de sensor.
Het zelfde geld voor de isowaarde van iso 100 naar iso 200. Alleen valt er niet 2 x zoveel licht op de sensor maar het signaal wordt 2 x versterkt, als je de iso waarde vervolgens verhoog van 200 naar 400 wordt wederom het signaal 2 x versterkt.
Bij het diafragma is dat ook het zelfde echter de getallen reeks lijkt niet zo logisch. De getallen reeks is 1 - 1.4 – 2 - 2.8 – 4 – 5.6 – 8 – 11 – 16 – 22 – 32 enz. waarbij ieder sprong voor een stop staat, halvering van het licht. Bij ieder stop zorgen de lamellen er voor dat het licht doorlatend oppervlak van de lens halveert of verdubbelt. Om de oppervlakte van een cirkel te halveren moet men de diameter met de factor Ѵ2 (1,414) verkleinen.
Hoe kun je deze reeks getallen nu onthouden, wel als volgt:
Het eerste diafragma getal is 1 en daarna komt
1 Ѵ2 = 1.4
1.4 Ѵ2 = 2
2 Ѵ2 = 2.8
2.8 Ѵ2 = 4
4 Ѵ2 = 5.6
Enz.
We praten hier over hele stops bij de meeste kamera’s worden de hele stops nog eens in 3 stukken gedeeld, zo wordt de reeks bv. 2.8 – 3.2 – 3.5 – 4.
maandag 10 augustus 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
0 reacties:
Een reactie posten